Mijn top 10 mooiste Nederlandse rivierromans
Met de verschijning van ‘Buitendijks’ voegt schrijver Toine Heijmans zich in een Hollandse traditie: romans over rivieren. Dit is mijn top 10 van mooiste Nederlandse rivierromans.
Door Wim Eikelboom/Rivierverhalen
1. De overkant van de rivier – Jan Siebelink
Dit boek uit 1990 vormt de opmaat naar het veelgeprezen ‘Knielen op een bed violen’. De pontbaas van het veerhuis in Velp langs de IJssel raakt geleidelijk in ban van orthodox-christelijke denkbeelden, waardoor hij zijn werk en gezinsleven laat verslonzen. Deze roman geeft een formidabel beeld van het rivierlandschap in de tijd dat veerbazen met een roeiboot de kost verdienden.
Jan Siebelink heeft een wandelschets gemaakt om het rivierlandschap in dit boek te beleven.

2. Rivieren – Martin Michael Driessen
Het verdwenen ambacht van de vlotters brengt Driessen tot leven in een van de drie novelles in ‘Rivieren’. Vlotters zijn mannen die met gevaar voor eigen leven over de Rijn boomstammen transporteren naar de zaagmolens in Nederland. De stammen worden aan elkaar geklonken, zodat er enorme vlotten ontstaan van honderden meters lang, waarop ze bivakkeerden in een tent. Vandaar de naam vlotters. Driessen geeft de vergeten riviervlotters de ere die hen toekomt.

3. Blazen tot honderd – Geert van Beek
Een pril liefdesverhaal tussen een jongen en een meisje waarin de aantrekkingskracht van de rivier in alle seizoenen een rol speelt. Het wrede, harde gezicht van de rivier doet van zich spreken tijdens een winter waarop de rivier en de uiterwaarden dichtvriezen. Een scene met een drijvende dode hond die aan gort wordt geslagen, geeft het boek dramatische eigenzinnigheid.
Verhaal gaat verder onder de foto

De novelle is doorspekt met bijbelse verwijzingen. De titel heeft niks met muziek te maken, maar met het blazen van de bloesem van een paardenbloem.
‘Blazen tot honderd’ is verfilmd in 1998 door Peter van Wijk. Dit is de trailer van de film:
4. Papegaai vloog over de IJssel – Kader Abdolah
Twee asielzoekers vestigen zich in Zalk, een sfeervol dorpje in de bocht van de IJssel. De inburgering van de vreemdelingen verloopt enerzijds soepel en anderzijds moeizaam. Ook Klazien uit Zalk komt voorbij in deze roman.
De rivier stroomt als liefdevolle tijdloze verbinder, maar ook als een plek van het noodlot. Kader Abdolah geeft de IJssel als het ware de rol van luisterend oor voor alle levensverhalen, zoals rivieren in het Midden-Oosten vaak die functie vervullen. ‘Papegaai vloog over de IJssel’ verscheen in 2014. Kader Abdolah heeft jarenlang in de buurt van de IJssel gewoond, in Zwolle.
In de podcast Rivierverhalen over de IJssel, vertelt Kader Abdolah over zijn fascinatie voor de rivier:
5. De Waterman – Arthur van Schendel
Deze roman uit 1933 draait om waterman Maarten Rossaert, die in Gorkum opgroeit aan de Merwede. Hij voelt zich aangetrokken tot de rivier. ‘Maarten verstond het water, het was hem aangeboren’, schrijft Van Schendel. Van Schendel geeft fantastische beschrijvingen van het water en de rivier. Ook in dit boek een beklemmend beeld van een streng calvinistisch milieu. De Waterman is een aangrijpende roman die ontroering oproept.
Verhaal gaat verder onder de afbeelding

6. Ongemakkelijke mensen – Elly Biesters
Het verval van de roemruchte zalmvisserij op de Nederlandse rivieren vormt de rode draad van de roman ‘Ongemakkelijke mensen’ (2017). Het verhaal speelt in het dorp Heerewaarden tussen Waal en Maas. Het was een gemeenschap die leefde van riviervisserij. Een jong meisjes observeert hoe haar familie zich een weg baant door het leven. Het boek doet denken aan ‘Dorp aan de rivier’, maar kent wat meer wrange tragiek.

7. Dorp aan de rivier – Antoon Coolen
Een huisarts in een dorp aan de Maas raakt bevriend met een stroper op een woonboot op de rivier. Hun avonturen vermengen zich met tragikomische gebeurtenissen van andere dorpsbewoners.
In de eerste druk leverde Hendrik Wiegersma prachtige tekeningen:

Deze streekroman speelt in 1934 in het Brabantse Maasdorp Lith. Hier is een wandeling uitgezet als eerbetoon aan deze klassieker, die in 1958 is verfilmd door Fons Rademakers:
8. Buitendijks – Toine Heijmans
Willem is een jonge vent die gekozen heeft om zelfvoorzienend te leven in de uiterwaarden van de Waal. Hij woont in de riviernatuur onder een zwarte populier. Heijmans beschrijft de rivier in alle seizoen en hoe de riviernatuur op wildernis lijkt. Het is schijn, want deze wildernis is onderworpen aan de wetten van Rijkswaterstaat. Dat betekent dat bomen en struiken in de uiterwaarden alleen mogen groeien op plekken waar Rijkswaterstaat er toestemming voor geeft. Dat is vastgelegd in de vegetatielegger. ‘Buitendijks’ (2024) is de eerste roman in de Nederlandse literatuur waarin de vegetatielegger kritisch op de korrel wordt genomen.

9. Strooschippers – J.K. van Eerbeek
De Zwolse schrijver J.K. van Eerbeek (pseudoniem van Meindert Boss, 1898-1937) beschrijft het leven van twee families turfschippers op het Zwarte Water, Overijsselse Vecht en de Regge. Het mystiek religieuze leven van de schippersgezinnen weet Eerbeek uitmuntend te vangen in dialogen en bespiegelingen. In die zin heeft dit boek uit 1934 overeenkomsten met ‘De overkant van de rivier’ van Jan Siebelink. Het gaat over streng-christelijke gelovigen in het decor van Nederland rivierenland.

10. De IJsselbrief – Bertina Mulder
Flessenpost spreekt tot ieders verbeelding. Bertina Mulder kwam in 2023 met een roman naar aanleiding van de vondst van een mysterieus briefje van ene Mandy in een drijvende fles in de IJssel bij Deventer. De veerman had de fles uit het water gevist. In De IJsselbrief is de rivier aangever van een verhaal over hoofdpersonage Mandy. Wat brengt haar ertoe om een briefje met filosofisch zinnen in de rivier te werpen?

Dorp aan de rivier. Mijn eerste kennismaking met litteratuur.