Skip to main content

Zwarte ooievaar wensvogel voor riviernatuur

De zwarte ooievaar is al 30 jaar wensvogel voor riviernatuur in Nederland. Toch broedt de schuwe zwarte vogel nog altijd niet langs onze grote rivieren. Waarom vertikt de zwarte ooievaar het om zich in hier te vestigen?

Tekst Wim Eikelboom/Rivierverhalen

Voor natuurontwikkeling langs de rivieren is de zwarte ooievaar een gedroomde ideaal-vogel. Het dier zweeft decennia lang op tekeningen in verschillende rapporten over aanleg van nieuwe natuur langs onze grote rivieren. Ook in nieuwste plannen voor riviernatuur blijft de zwarte ooievaar droomsoort.

Verhaal gaat verder onder de afbeelding:

Neem bijvoorbeeld deze afbeelding hierboven uit het plan Meanderende Maas of het begin 2021 gepresenteerde Gelders Panorama voor de Rivieren (afbeelding bovenin het artikel) of voor de IJsseldelta in 2024. Daarin wordt de zwarte ooievaar voor de zoveelste keer opgevoerd als een aanlokkelijke symboolsoort.

Ook bij de komende natuurplannen Programmatische Aanpak Grote Wateren is de zwarte ooievaar de wensvogel voor de Gelderse Poort. Zo wordt dat geformuleerd in het plan:

Plan Ooievaar

De zwarte ooievaar verscheen in 1987 voor het eerst op het toneel van plannenmakers die Plan Ooievaar presenteerden. Plan Ooievaar – genoemd naar de zwarte ooievaar – was baanbrekend als het gaat om aanleg van nieuwe natuur en ooibossen langs onze grote rivieren. De zwarte ooievaar werd de wensvogel die zich zeker zou moeten thuisvoelen in beboste uiterwaarden. In die tijd broedde de zwarte ooievaar ver weg van Nederland, in Oost-Duitsland en Polen.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Maar ondanks 30 jaar investeren in nieuwe riviernatuur is het nog niet gelukt om het vliegende symbool van de zwarte ooievaar werkelijkheid te zien worden. De gewone ooievaar profiteerde wel van de natuurontwikkelingen. Die is inmiddels bijna overal langs de rivieren een verschijning waar niemand meer van opkijkt.

Wensvogel

Het goede nieuws van de zwarte ooievaars is dat ze van jaar tot jaar vaker op bezoek komen in onze uiterwaarden om te overzomeren of als ze onderweg zijn op hun trektocht naar warme winteroorden. Maar het is nog altijd geen broedvogel in Nederland. Albert de Jong van SOVON vogelonderzoek legt uit waarom het nog niet gelukt om de zwarte ooievaar te verleiden tot nestelen in ons land.

Verhaal gaat verder onder de afbeelding

Zwarte ooievaar ingetekend in wensscenario voor de IJsseldelta. (2024)

‘Zwarte ooievaars waren tot ver in de vorige eeuw veel zeldzamer in West-Europa dan ze nu zijn. Rond 1950 waren er bijvoorbeeld maar 20 paren in Duitsland. Nu zijn dat er al meer dan 700. De soort heeft zich recent ook uitgebreid in België en zit al tot op 20 kilometer van de Nederlandse grens. Maar zwarte ooievaars broeden dus pas recent zo dichtbij. Ze kiezen zelf hun broedplekken en ze staan bekend als schuwe vogels. In de Belgische Ardennen zitten al wel paren in drukbezochte bossen. Het zal een kwestie van tijd zijn, maar bedenk dat wij een wel heel drukbelopen land hebben, nog drukker dan de Ardennen. Specifiek voor riviernatuur geldt dat op veel plekken weliswaar landbouw heeft plaatsgemaakt voor ruige riviernatuur, maar voor ooibossen is nog altijd weinig plek. En zwarte ooievaars nestelen graag in ooibos.’

Verhaal gaat verder onder dit kaartje met broedplekken van de zwarte ooievaar in Europa.

Hoe groot acht je de kans dat de zwarte ooievaar in het Nederlandse rivierengebied een broedvogel gaat worden?

‘Dat is moeilijk in procenten uit te drukken, maar de kans is niet klein gezien de recente ontwikkelingen in Duitsland en België. Uitgestrekte bos-, veen- en heidegebieden met moeras of vennen in Zuidoost-Nederland hebben waarschijnlijk de grootste kans. Misschien ergens langs de Maas, een van de kleinere Limburgse rivieren of Kempenbroek?’

Welk tandje moeten we bijzetten om de zwarte ooievaar te laten nestelen in de Nederlandse riviernatuur?

‘De afgelopen decennia hebben laten zien dat de meeste nieuwe broedvogels zich spontaan vestigden in een landschap dat er in hun ogen kennelijk geschikt voor was. Veel soorten verschenen omdat populaties zich in landen om ons heen uitbreidden (zeearend, visarend, middelste bonte specht, bijeneter, kraanvogel, rode wouw, pontische meeuw) of gedreven door klimaatopwarming (Cetti’s zanger, graszanger, steltkluut). Of door een combinatie van beide.

Dit is het ideaalbeeld van een rivierbos met broedende zwarte ooievaars. Tekening is van Jeroen Helmer.

Wensvogel

‘Zwarte ooievaars hebben in ieder geval een rustige broedplek in een stuk bos nodig. Ze foerageren vaak in dichtbegroeide poelen, plassen, beken of ondiepe uiterwaardplassen, meestal een stuk stiekemer dan de bekende witte ooievaar. Het herstellen van tijdelijke overstromingsvlaktes in het rivierengebied -uiterwaarden waar hoogwaters langer in het voorjaar en zomer worden vastgehouden- zou de foerageeromstandigheden verbeteren. En meer ruimte voor ooibos vergroot ook de kans voor de zwarte ooievaar.’

Lepelaar, gewone ooievaar en zwarte ooievaar in een Hollandse uiterwaard.
Foto’s: Ria Olde Rechterschot.

Dit is een bewerking van een artikel dat eerder verscheen in dagblad Trouw.

Update maart 2023: Zwarte ooievaar in omgevingsvisie Overijssel

De zwarte ooievaar duikt opnieuw op in een toekomstplan voor het rivierengebied. Dit keer in het rapport dat het fundament legt voor de Omgevingsvisie voor Overijssel in 2050. In dit rapport staan wensontwerpen voor het landschap van de IJssel; ofwel hoe kan Overijssel eruit zien over dertig jaar. De zwarte ooievaar heeft er een plek, naast de visarend.

zwarte ooievaar omgevingsvisie Overijssel

Reacties (1)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *