Skip to main content

Onderzoek hoe wonen in winterbed van de IJssel wél kan

Het taboe op woningbouw in het winterbed van de rivieren lijkt weer op de tocht te staan. Op twee plekken langs de IJssel onderzoekt de rijksoverheid de kansen van wonen op plekken waar rivierwater in de toekomst de ruimte krijgt om mee te stijgen.

Door Wim Eikelboom

Het onderzoek met de titel ‘Waterrijk Wonen’ wordt uitgevoerd door het College van Rijksbouwmeesters en Rijksadviseurs in opdracht van het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Het moet praktische lessen en inzichten naar boven brengen die bruikbaar zijn voor – wat genoemd wordt -waterrijke bouwlocaties.

Verhaal gaat verder onder de afbeelding

Water en bodem sturend

Het ministerie geeft zo een ruimere inkleuring aan het principe van water en bodem sturend. Aanvankelijk koerste dit principe op een verbod op huizenbouw op plekken waar wateroverlast dreigt. Dat was bijvoorbeeld de reden voor verdere aanscherping van regels voor bouw van nieuwe huizen in uiterwaarden en buitendijkse gebieden. In principe geldt daar nu een absoluut bouwverbod, op enkele uitzonderingen na.

Steeds meer wordt water-sturend uitgelegd als rekening houdend met en anticiperen op wateroverlast bij het bouwen van huizen. Dus geen verbod op woningbouw op plekken met waterrisico’s, maar juist zoeken naar aangepaste bouwmethoden. Ook langs de rivieren wordt daarnaar onderzoek gedaan.

De Rijksbouwmeesters nemen langs de IJssel twee plekken onder de loep in de Stedendriehoek: het buitendijkse Stadsland in Deventer en De Hoven in Zutphen.

Verhaal gaat verder onder de foto

Rechts ligt Stadsland bij Deventer. Links (niet op de foto) stroomt de IJssel.

Stadsland

Stadsland in Deventer is de voormalige weide van de stadsboeren van Deventer. Tegenwoordig is het eigendom van stichting IJssellandschap. Het ligt officieel buitendijks en is door de rijksoverheid geclaimd als ruimtelijk reserveringsgebied voor hoogwatercalamiteiten in de IJssel. Officieel geldt er een bouwverbod voor het gebied.

Verhaal gaat verder onder de afbeelding

Gemeente Deventer kijkt met een schijn oog naar Stadsland als optie bij verdere stadsuitbreiding. Daarover zijn officieel nog geen besluiten genomen. Het ministerie van infrastructuur en waterstaat heeft laten doorschemeren dat Stadsland een interessante plek zou kunnen zijn om wonen en wateropvang met elkaar te combineren. Daarom is deze locatie ingebracht in het Waterrijk Wonen-onderzoek van het College van Rijksbouwmeesters.

Verhaal gaat verder onder het kaartje

Zutphen

Een vergelijkbare situatie doet zich voor bij Zutphen. Daar is een twintig jaar oud plan tot leven gewekt om een bypass (groene rivier) rond wijk De Hoven aan te leggen. Deze bypass zou alleen bij uitzonderlijk hoog water in de IJssel moeten gaan meestromen. Daarom zou het gebied mogelijk geschikt zijn voor waterbestendige woningen, die meebewegen met of bestand zijn tegen schommelingen in de rivier.

Verhaal gaat verder onder de afbeelding

Zutphen groene rivier

Klimaatadaptief wonen

‘De ligging nabij de IJssel werpt de vraag op hoe (grootschalige) woningbouwlocaties op verschillende plekken langs de rivier vanuit rivierkundig oogpunt en vanuit het perspectief van mobiliteit en meerlaagsveiligheid vorm kunnen krijgen’, laat Iris Thewessen namens het College van Rijksbouwmeesters in een nadere toelichting weten. ‘Het ontwerpend onderzoek heeft tot doel uitgangspunten en innovatieve oplossingsrichtingen mee te geven voor toekomstige (grootschalige) woningbouwlocaties in de nabijheid van rivieren. Dit met het oog op een robuuster functionerend water- en bodemsysteem en klimaatadaptieve inrichting van die locaties.’

Verhaal gaat verder onder de afbeelding

Oosterhoutse plas waterrijk wonen
Drijvende woningen in de Oosterhoutse plas langs de Waal bij Nijmegen
(beeld: landschapsarchitect Stroming)

‘De onderliggende vraag bij dit ontwerpend onderzoek is hoe een locatie toekomstbestendig in te richten, zodanig dat woningbouw, ruimte voor de rivier, omgevingskwaliteit, groene ruimte en cultuurhistorie samen gaan. Uitgangspunt hierbij is, hoe kan het wel, rekening houdend met elkaars belangen en opgaven in een ontwikkeling die kwaliteit toevoegt.’
Het onderzoek koerst op innovatieve adaptieve woonvormen in combinatie met waterbeheer en waterberging. Zo wordt gedacht aan drijvende, verplaatsbare of tijdelijk woonvormen. ‘Hierbij is de kern dat we grondgebruik en ruimtelijke inrichting afstemmen op het natuurlijke bodem- en watersysteem, in plaats van andersom.’ De Unie van Waterschappen werkt mee aan het onderzoek, evenals het ministerie van infrastructuur en waterstaat en kennisinstituut Deltares.

Nieuwe woonwijk: Het wassende water

Behalve op Zutphen de Deventer, richt het onderzoek zich ook op het Dommeldal (Sint-Michielsgestel) en op Oudewater (provincie Utrecht). In een van de laagste polders van de gemeente Oudewater wil het gemeentebestuur een woonwijk bouwen met maximaal 500 huizen. De wijk loopt risico op wateroverlast en heeft een slappe veenbodem. Voor de wijk is een naam met een knipoog gekozen: Het wassende water.

Verhaal gaat verder onder de afbeelding

De naam ‘Het wassende water’ verwijst naar de titel van een romanklassieker van schrijver Herman de Man (1898-1946). Het boek uit 1925 speelt zich af in Oudewater en gaat over de strijd tegen het water van rivier de Lek. Een van de hoofdpersonen is een dijkgraaf die op een zeker moment besluit dat hij de Krimpenerwaard, de Lopikerwaard en zijn eigen boerderij opoffert bij een dreigende overstroming. Dat is nodig om grote steden in de omgeving te sparen, zoals Gouda, Rotterdam en Woerden. In 1985 is ‘Het wassende water’ verfilmd als tv-serie bij de NCRV.

‘We zoeken naar slimme oplossingen om de wijk bestand te maken tegen het wassende water. De wijk wordt aangepast aan het landschap’, benadrukt het gemeentebestuur. Het onderzoek van de rijksbouwmeesters is inmiddels van start gegaan. ‘De bodem in Oudewater is verrassend gevarieerd: waar drijvend bouwen eerst overal noodzakelijk leek, zijn er ook plekken met voldoende draagkracht. Slim ruimtegebruik – het combineren van stevige en slappe delen binnen één ontwerp – en het afstemmen van bouwmethoden op bodem en watersysteem vormen de basis voor een duurzame ontwikkeling’, stelt landschapsarchitect Wijnand Bouw op een blog van zijn bedrijf Bosch Slabbers. Bouw is betrokken bij het onderzoek. ‘Deze inzichten zullen de basis vormen voor een afwegingskader waarmee overheden en ontwikkelaars weloverwogen keuzes kunnen maken over waar en hoe nieuwe woningen het best kunnen worden ontwikkeld.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *